Resultaten PISA-onderzoek 2022

Op dinsdag 5 december is het PISA-onderzoek gepubliceerd. Dit onderzoek gaat in op de vaardigheden en kennis in natuurwetenschappen, lezen en (met name) wiskunde van 15-jarigen uit 95 landen. Vooral de leesvaardigheid blijkt in Nederland flink verslechterd.

Nederlandse resultaten

Uit de resultaten komt naar voren dat Nederlandse scholieren met hun leesvaardigheden tot ver onder het gemiddelde van de OESO-landen zijn gedaald. Een op de drie Nederlandse 15-jarigen is nu ‘onvoldoende geletterd’ en heeft een leesniveau dat niet volstaat om als zelfstandig burger deel te nemen aan de maatschappij. Daarnaast presteerden bijna alle studenten ook slechter bij wiskunde en natuurwetenschappen.  Wel scoort Nederland in wiskunde nog steeds ruim boven het OESO-gemiddelde en het beste van de veertien deelnemende EU-landen.

Relatie wiskundeprestaties en onderwijssystemen

De MEVW heeft naast de algemene bekende resultaten enkele andere zaken uitgelicht. Zo blijkt dat over alle OESO-landen ongeveer 12% van de variatie in wiskundeprestaties te wijten is aan verschillen tussen (landelijke) onderwijssystemen. De kenmerken van onderwijssystemen  hebben dus enige, maar geen aanzienlijke invloed op de prestaties van studenten, aldus het rapport (pagina 63).

Uit het onderzoek blijkt ook dat 32% van de variatie in wiskundeprestaties ten opzichte van het OESO-gemiddelde tussen scholen ligt; 68% bevindt zich tussen leerlingen onderling. In de meeste landen zijn het dus de kenmerken van studenten zelf (achtergrond, gedrag) én kenmerken van verschillende leerjaren die voor het grootste deel van de algehele variatie in studentenprestaties verklaren. Doch, in tien landen, waaronder Nederland, komt ten minste 50% van de variatie in prestaties door verschillen tussen scholen (pagina 62-63).

Relatie prestaties en migratieachtergrond

Daarnaast komt ook naar voren dat in zeven Europese landen, waaronder Nederland, het verschil in wiskundeprestaties op basis van migratieachtergrond het grootst is: studenten zonder migratieachtergrond behaalden gemiddeld 55 scorepunten meer dan studenten met migratieachtergrond (40 punten staat gelijk aan ongeveer één leerjaar; pagina 216). Als er rekening wordt gehouden met sociaaleconomische verschillen en de taal die thuis gesproken wordt, wordt het verschil insignificant. Bij leesvaardigheid werd een soortgelijk patroon gevonden (pagina 217).

Wel moet er een kleine kanttekening geplaatst worden wat betreft het deelnamepercentage: zo blijkt dat zelfs nadat ‘vervangingsscholen’ werden opgenomen, zeven landen, waaronder Nederland, er niet in slaagden om de beoogde deelnamepercentages te halen (pagina 251).

 Oorzaken en reactie minister Paul (OCW)

De resultaten leidden tot ontzetting bij experts en de media. Als mogelijke oorzaken die ten grondslag liggen aan de verslechtering worden de coronacrisis en het hierdoor sluiten van scholen, het lerarentekort, lees- en rekenmethodes waarbij de nadruk ligt op begrijpend lezen in plaats van inhoud en ‘traditionele’ feitenkennis genoemd. Als reactie op de resultaten roepen meerdere partijen, waaronder de bonden en de PO- en VO-raad, het nieuwe kabinet op tot het ontwikkelen van een Deltaplan Lerarentekort.

Minister Paul (OCW) vindt de resultaten zorgelijk, en verwijst naar het Masterplan Basisvaardigheden. “Het realistische verhaal is wel dat het een kwestie van lange adem is voordat we hiervan blijvende resultaten zien”, aldus de minister.

Een Nederlandse vertaling van het rapport vindt u hier.